Table of Contents
Video bekijken: “Setting Thread Colors on a Brother 670 Embroidery Machine” door (kanaal niet vermeld)
Je ontwerp staat klaar, maar de kleuren op je scherm kloppen niet met de garens op de machine. Herkenbaar? In een paar minuten leer je je Brother 670 zo in te stellen dat wat je ziet, is wat je stikt. Met deze gids koppel je de juiste draaddkleur aan elke naald én wijs je per ontwerpdeel de goede naald toe—precies zoals in de video.
Wat je gaat leren:
- Waar je de ‘Needle attribute setting’ vindt (pagina 3 van de instellingen).
- Hoe je snel de kleurweergave per naald wijzigt en bevestigt.
- Hoe je per ontwerpsegment de juiste naaldnummering toepast.
- Snelchecks om te voorkomen dat het verkeerde garen stikt.
Begrijp het kleursysteem van je Brother 670
Waarom kleurinstellingen ertoe doen Op de Brother 670 zie je op het scherm een kleurenweergave per naald (1–6). Die nummers lopen van rechts naar links en zijn puur visueel: de machine detecteert géén echte garenkleur. Jij stelt dus zelf in welke kleur elke naald op het scherm toont. Dat is handig, want dan kun je vóór het stikken zien of je ontwerp met de actuele garens klopt. Wie regelmatig wisselt, bespaart met een duidelijke schermweergave tijd en voorkomt teststiksels die niet matchen.

Navigeren op het hoofdscherm Vanaf het hoofdscherm ga je onderin naar het instellingenpictogram (het lijkt op een vel papier met tekst). Daarmee open je de algemene instellingen. In de video zie je dat de maker daarna via de pijl naar pagina 3 bladert—daar staat de ‘Needle attribute setting’. Als je vaak wisselt tussen projecten, is het slim dit pad even in te slijten: hoofdscherm → instellingen → pijl naar pagina 3 → naaldattributen.

Let op
- De pictogrammen lijken op elkaar; kies echt het ‘papieren’ icoon voor instellingen.
- Naaldnummers komen overeen met posities op je machine, maar de kleur op het scherm is wat jij kiest.
Snel check - Kom je in een algemeen ‘Frame Display’-scherm uit? Dan zit je al in de instellingen en hoef je alleen door te bladeren naar pagina 3.

Stap-voor-stap: naalddraden instellen per kleur
Toegang tot de Needle attribute setting
- Open het instellingenmenu via het pictogram onderin.
- Tik op de pijl naar rechts tot je op pagina 3 bent: ‘Needle attribute setting’. Hier zie je de zes naalden met elk een kleine kleurstaal, plus een groot kleurenpalet.

Pro tip Als je vaak met een vaste set basiskleuren werkt (bijvoorbeeld wit, lichtblauw, groen, etc.), kun je deze als standaardweergave instellen per naald. Zo ziet elk nieuw ontwerp er op je scherm meteen logisch uit.

Kleuren selecteren en wijzigen
- Kies de naald die je wilt aanpassen (tik op nummer 1–6). De geselecteerde naald krijgt een blauwe omlijning.
- Tik op ‘Reset’ om de kleurkeuze te activeren.
- Kies in het palet de kleur die het beste past bij je fysieke garen op die naald.
- Bevestig met ‘Set’. Je ziet de kleurstaal naast het naaldnummer meteen veranderen.

Let op
- Verwar ‘Reset’ niet met ‘terug naar fabrieksinstelling’; in deze context gebruik je het om een nieuwe kleur te kiezen.
- Druk na het kiezen van je kleur altijd op ‘Set’, anders wordt de wijziging niet opgeslagen.

Voorbeeld uit de video De maker selecteert naald 3, kiest een paarstint en bevestigt met ‘Set’. De schermkleur wijzigt direct, zodat je het verschil kunt zien. Dit is ideaal om vooraf te visualiseren hoe een ontwerp oogt met jouw eigen garens.

En als je je bedenkt? Geen probleem: je kunt een eerdere keuze eenvoudig terugzetten. In de video wordt paars voor naald 3 weer naar groen gewijzigd via dezelfde stappen: selecteren → Reset → kleur kiezen → Set.

Snel check
- Komt de kleur op het scherm overeen met het echte garen op die naald? Zo niet, corrigeer meteen.
- Wil je consequent wit op naald 1? Leg daarvoor fysiek wit op naald 1 en kies op het scherm ook de witte kleur.

Kleuren toepassen op borduurontwerpen
Een ontwerp laden en naar eindbewerking gaan
- Sluit het instellingenpaneel met ‘OK’ om terug te keren naar het hoofdscherm.
- Kies een ontwerp (de video gebruikt o.a. verticale kleurstrepen voor tests, en later bloemen).
- Tik op ‘Set’ om het ontwerp te laden en vervolgens op ‘End Edit’ om de bewerkingsopties te openen.

Zo werkt de patroonkleur-toewijzing In de bewerkingsmodus is er een knop in het midden onderin met twee pijlen en drie ‘papier’-icoontjes. Tik daarop om per ontwerpsegment te zien welk naaldnummer ervoor staat. Links zie je de lijst met kleursegmenten; rechts kies je naald 1–6. Belangrijk: wat je hier wijzigt, is de naald die een segment gaat stikken, niet de ‘echte’ kleur van dat garen. De kleur op het scherm is slechts de visuele representatie die jij eerder aan de naald koppelde.

Let op
- Een ontwerp weet niet welke echte kleur op je machine zit. Jij bepaalt welke naald (en dus welk garen) welk deel stikt.
- Verander je hier een toewijzing, dan moet die logischerwijs aansluiten op wat er fysiek op de desbetreffende naald is ingespannen.
Kleuren/naalden aanpassen per ontwerpdeel De video laat het zien met een bloemmotief: boven in het voorbeeldscherm zie je een paarse bloem, maar in de lijst staat dat dit segment is gekoppeld aan naald 5. Als naald 5 op jouw machine geel is, krijg je dus een gele bloem. Wil je witte bloembladen? Selecteer dat segment en wijs het toe aan naald 1 (stel dat die bij jou wit is). Je ziet het voorbeeld meteen omschakelen. Dit werkt net zo voor andere segmenten, zoals bladeren: groen segment selecteren, toewijzen aan de naald met het gewenste garen; in de video wordt een blad zelfs tijdelijk geel gezet om het effect te demonstreren.

Snel check
- Na elk toegewezen segment: kijk of het voorbeeld beeld logisch is gegeven jouw echte garens. Dit voorkomt verrassingen aan de machine.
- Werk van groot naar klein: eerst dominante vlakken (bloembladen, grote bladeren), daarna details (hartjes, steel).

Voorbeeldstappen uit de video
- Bloemblad: segment selecteren → toewijzen aan naald 1 (wit) → voorbeeld toont wit bloemblad.
- Blad: segment selecteren → toewijzen aan naald 5 (geel) → voorbeeld toont geel blad (demonstratie van zichtbare wijziging).

Samenvatting van het proces 1) Stel op pagina 3 de visuele kleur per naald in (zodat schermkleuren je garens representeren). 2) Ga naar het ontwerp en wijs per segment de juiste naald toe (zodat het juiste garen stikt). 3) Controleer het voorbeeldbeeld en pas aan waar nodig.
Tips voor perfecte kleurmatching
Visuele checks en dubbelchecken
- Maak het jezelf makkelijk: geef je vaste garens vaste naaldenummers. Zo raak je minder snel in de war.
- Kijk altijd naar de verandering in het voorbeeldscherm zodra je de naald toewijst; het is een directe sanity check.
- Werk met eenvoudige testontwerpen (zoals de verticale kleurstrepen) om snel te bevestigen dat de weergave klopt met de realiteit.
Gebruik van aangepaste draadtabellen De video noemt dat je, als je een ‘custom thread table’ hebt, je eigen draden kunt kiezen. Er wordt niet uitgelegd hoe je zo’n tabel maakt of beheert; houd het dus bij de tools die je nu hebt: het grote kleurenpalet en je vaste werkwijze. Kies kleuren die “dichtbij genoeg” komen voor de juiste visuele representatie. Het doel is immers visueel plannen, niet een exacte kleurnummersynchronisatie.
Het verschil tussen fysiek en digitaal Het scherm toont wat jij instelt; het herkent geen spoel of merk. Daarom is de dubbelstap essentieel: kleur op naald (visueel) en naald toewijzen aan segment (operationeel). Vergeet je er één, dan klopt je plan niet met je steekwerk.
Pro tip Werk je vaak met patronen die veel segmenten hebben? Overweeg een checklist: per segment een hokje met het gewenste naaldnummer. Zeker bij complexe bloemen en ornamenten helpt dit fouten te voorkomen.
Probleemoplossing bij kleurinstellingen
Onopgeslagen wijzigingen Symptoom: je hebt een kleur gekozen, maar het scherm keert terug naar de oude kleur. Oorzaak: ‘Set’ niet ingedrukt na het kiezen van de kleur. Fix: selecteer de naald opnieuw → Reset → kleur kiezen → Set. Controleer of de kleurstaal naast het naaldnummer direct wijzigt.
Verkeerde naald geselecteerd Symptoom: het verkeerde garen stikt een segment. Oorzaak: in de toewijzingslijst het segment aan de verkeerde naald gekoppeld. Fix: selecteer het segment opnieuw en wijs het juiste naaldnummer (1–6) toe. Kijk naar het voorbeeldbeeld of het nu klopt.
Weergave werkt niet zoals verwacht Symptoom: je ontwerp lijkt nog steeds de ‘oude’ kleur te tonen. Oorzaak: je hebt wel de visuele kleur per naald ingesteld, maar nog geen segmenten her-toegewezen; of een segment overgeslagen. Fix: open de toewijzingslijst (via End Edit → knop met twee pijlen en drie ‘papieren’), loop segment voor segment door en corrigeer de naaldnummers. Zoom zo nodig in op drukke details.
Let op
- De video vermeldt geen automatische detectie van garenkleuren. De machine vertrouwt op jouw instellingen.
- Voor de naaldattributen gebruik je pagina 3; voor segment-toewijzing ga je via End Edit naar de lijst.
Haal alles uit je Brother 670
Geavanceerde kleuraanpak (binnen wat de video toont)
- Werk in twee ronden: eerst globaal (basisblokken, basiskleuren per naald), daarna fines-tuning per segment.
- Gebruik testontwerpen (kleurbalken) om bij wissels snel te checken of alle naalden nog ‘kloppen’ met je scherm.
Organiseer je garenvoorraad slim
- Label de bobbins/spoelen en bewaar vaste combinaties per projecttype (bijvoorbeeld: licht textiel, kindertricot, cap-projecten). Zo blijft de mapping tussen fysiek en visueel logisch.
- Maak een foto van je machine met de huidige garens op de zes posities. Handig als je later wilt terugkeren naar dezelfde set-up.
Snel check vóór je drukt op start
- Staat het juiste ontwerp geladen en is ‘End Edit’ afgerond?
- Zijn de segmenten die je belangrijk vindt toegewezen aan de juiste naald?
- Komt het voorbeeldbeeld overeen met je bedoeling (contrasten, dominante vlakken)?
Uit de reacties Er zijn voor deze video geen publieke opmerkingen beschikbaar in de aangeleverde data. Gebruik daarom de checks en tips hierboven als referentie bij je eigen workflow.
Projectkansen en compatibele hulpmiddelen Werk je naast de Brother 670 ook met andere Brother-modellen of accessoires? Dan kan het handig zijn om je aanpak rond naald- en kleurlogica overal gelijk te houden. Zo herken je sneller patronen en voorkom je omdenkwerk tijdens drukke productiedagen. Sommige gebruikers willen voor teststiksels of kleine proeflapjes werken met magnetische frames of alternatieve ringen; houd dan je kleurworkflow identiek.
- Als je regelmatig met magnetische frames werkt, kan een consistent kleurbeleid helpen bij snellere omspanning en evaluatie van proefstukken brother magnetisch frame.
- Wissel je tussen verschillende ringmaten of projecten (van 4x4-samples tot grotere composities), zorg dan dat je visuele naaldkleuren per machine overeenkomen met de meest gebruikte garens brother borduurringen.
- Werk je hybride met multi-naaldsystemen of verwante modellen, dan blijft de kern dezelfde: visueel per naald instellen, segmenten toewijzen, voorbeeld checken, pas dan stikken brother vr.
- Bij serieproductie of veelkleurige logo’s loont het om een testpatroon (zoals kleurbalken) door te lopen na elk garenwissel—een kleine tijdsinvestering die mis-stiksels voorkomt magnetisch borduurringen for brother.
- Ook als je accessoires gebruikt die vooral bekend zijn bij andere Brother-series, blijft de toewijzingslogica identiek: de machine stikt wat je aan naaldnummers koppelt, niet wat een kleurnaam van het ontwerp suggereert mighty hoops for brother pr670e.
- Werk je met langere banen of sjerpen, dan kan een sash frame handig zijn, maar jouw kleurworkflow blijft ongewijzigd: setup → toewijzen → voorbeeldcheck → stikken brother hoopnetic magnetic sash frame.
- Bij frequente productie op zusterplatformen is het slim om ‘voorkeursnaalden’ aan te houden (bijvoorbeeld wit altijd op 1, schaduwen op 2) en die mapping te documenteren brother pr680w borduurringen.
Checklist aan het eind
- ‘Needle attribute setting’ (pagina 3): schermkleuren ingesteld en met ‘Set’ bevestigd?
- Ontwerp geladen en via ‘End Edit’ naar toewijzingsscherm gegaan?
- Per segment het juiste naaldnummer toegewezen? Geen segmenten overgeslagen?
- Voorbeeldbeeld stemt overeen met de werkelijke garens op de machine?
- Desnoods een snelle test met kleurbalken uitvoeren voor zekerheid.
Veelgemaakte vragen (op basis van de video-inhoud)
- Hoe kom ik bij de Needle attribute setting?
Vanaf het hoofdscherm tik je op het instellingenpictogram onderin (papier met tekst) en blader je met de pijl naar pagina 3.
- Past het ontwerp zich automatisch aan als ik de naaldkleur wijzig?
Nee. De visuele kleur per naald is een schermweergave. Je moet daarnaast in de toewijzingslijst elk ontwerpsegment aan het juiste naaldnummer koppelen.
- Wat als mijn schermkleur niet lijkt op mijn echte garen?
Kies in de naaldinstellingen de dichtstbijzijnde kleur uit het palet. De Brother 670 herkent geen fysieke kleur; jij bepaalt de weergave.
Slotgedachte De kracht van de Brother 670 zit in de combinatie van een helder visueel plan en een consequente toewijzing per segment. Maak er een routine van: eerst naaldkleuren instellen, dan segmenten toewijzen, en telkens het voorbeeldbeeld checken. Zo voorkom je verrassingen en stik je precies de kleuren die jij voor ogen had.
