Table of Contents
1 Overzicht (wat en wanneer)
Cutwork is een techniek waarbij je binnengebieden van de stof verwijdert en de randen stabiliseert en afwerkt met steken of een netvulling. Het geeft kantachtige openingen en is ideaal voor decoratieve elementen zoals bladeren of sierpanelen. Snijlijnen in de software sturen de machine om stof te snijden in plaats van te borduren, met opties voor ‘alleen snijden’ of snijden voor een latere randafwerking. De appliqué-wizard tenslotte voegt stoflagen toe met een nette satijnrand, en met hole sewing kun je een vorm (zoals een hart) als uitsparing in een grotere vorm definiëren.
Wanneer kies je wat? Gebruik cutwork als je open structuur in de stof wilt (bijv. een blad met netvulling). Kies snijden (‘Cutting only’) voor losse stofdelen (zoals cirkels) zonder randafwerking. Gebruik ‘Cutting for covering edge of fabric’ wanneer je de ruwe rand later met satijnsteken wilt bedekken. Ga voor de appliqué-wizard als je een aparte stoflaag wilt toevoegen en afdekken met een satijnrand — met of zonder intern gat.
Let op de beperkingen: de exacte softwarenaam en machinemodel worden in het bronmateriaal niet genoemd; daarom blijven de instructies functioneel, maar generiek. De instellingen zoals hoepelmaat 300×200 mm, Net Fill-spatiëring 3,0 mm en satijndichtheid 3,0 lijnen/mm zijn wel expliciet zichtbaar en worden hier toegepast.
Soms helpt een stabiele klemopstelling voor lastige materialen; wie vaak met dikke lagen werkt kan baat hebben bij een magnetisch borduurraam voor borduurmachine, omdat je de stof zonder vervorming kunt positioneren en opnieuw plaatsen.
2 Voorbereiding
2.1 Materialen en bestanden
Je hebt nodig: stof (voor voorbeelden: wit voor de cirkel, donkergrijs voor de geborduurde cirkel, en een basisstof voor de appliqué), een geschikte stabilizer, en borduurgaren. Aan de softwarezijde: een klavervorm (shamrock), een cirkelvorm en een hartvorm. Deze vormen komen uit de ontwerp- of vormenbibliotheek van de software.

Als je vaak herhaalopdrachten doet, kan een hoopmaster inspanstation het positioneren van stoffen en kledingstukken versnellen, zeker wanneer je meerdere identieke appliqués wilt plaatsen.
2.2 Bestanden importeren en workspace inrichten
- Stel in de Design Settings de hoepelmaat in op 300×200 mm. Zo zie je exact je werkgebied en voorkom je clipping of onverwachte herpositionering.

- Importeer de klavervorm (shamrock) uit de Design Library.
- Plaats het ontwerp op de werkruimte en schaal proportioneel met Shift+sleepen, zodat de verhoudingen behouden blijven.

Snelcheck
- Zie je 300×200 mm als geselecteerde hoepelmaat in het instellingenpaneel?
- Staat de juiste vorm op de werkruimte en past deze binnen de hoepel?
2.3 Waarom deze volgorde
Eerst de hoepel, dan de import en pas daarna schalen: op die manier is de schaal gebaseerd op je feitelijke werkgebied. Zo voorkom je dat een eenmaal uitgewerkte vulling later buiten het veld valt en opnieuw moet worden opgezet.
Wie vooral dikkere stoffen of doorgestikte materialen inspant, werkt vaak prettiger met magnetische borduurringen, omdat de magneetdruk egaal is en je geen stofvervorming krijgt bij het dichtschroeven.
Checklist voorbereiding
- Hoepelmaat: 300×200 mm zichtbaar ingesteld.
- Benodigde vormen klaar: klaver, cirkel, hart.
- Stabilizer en garens bij de hand.
- Werkbestand opgeslagen als startversie.
3 Setup van de software
3.1 Paneelindeling en attributen
Open de panelen voor ‘Attributes’ en ‘Sewing/Line/Region’. Je wisselt straks meerdere keren tussen ‘Outline (Line/Region)’, ‘Cutwork Wizard’ en ‘Applique Wizard’. Zorg dat je statusbalk de geselecteerde objecten duidelijk toont, zodat je niet per ongeluk een hele groep wijzigt.
3.2 Hoepel- en simulatie-instellingen
Controleer nogmaals de hoepel. Activeer de afspeel- of simulate-functie van de software; hiermee zie je straks de segmentnummers bij het snijden en de stikvolgorde.

Soms wil je tijdens proefwerken meerdere stoflagen tijdelijk fixeren; een stevige, herpositioneerbare klem zoals een dime snap hoop borduurring kan dan uitkomst bieden doordat je snel los- en vastklikt zonder schroeven.
3.3 Waarom simuleren vóór export
Simulatie onthult direct of de segmenten logisch zijn, of een snijlijn gesloten is en of de vulling een mooie dichtheid heeft. Zo voorkom je proefstiksels op stof die meteen misgaan.
Checklist setup
- Attribute- en Sewing-panelen open.
- Simulatie beschikbaar (speelknoppen zichtbaar).
- Werkbestand nogmaals opgeslagen.
4 Stappen in de praktijk
4.1 Cutwork met netvulling (klaver)
1) Selecteer de klaveromtrek. Ga naar Attributes > Cutwork Wizard.

2) Kies Net Fill en stel Spacing in op 3,0 mm; Direction op 0°. Bevestig met OK. Zo ontstaat een netstructuur in het open te werken vlak. 3) Inspecteer visueel of het net gelijkmatig oogt en nergens te dicht of te open is in verhouding tot de schaal van het ontwerp.
Pro-tip Als het net wat zwaarder of subtieler moet, pas alleen de spatiëring aan en laat de richting staan; door met 3,0 mm te starten heb je een neutrale basis die voor veel vormen werkt.
4) Selecteer vervolgens alleen de steel van de klaver. Verander in Sewing Attributes de Region sew naar een kruisrooster/cross-hatch. Hiermee onderscheid je de steel visueel en tactiel van de blaadjes.
Verwacht resultaat
- Het blad toont een netvulling met consistente mazen.
- De steel heeft een duidelijk afwijkend patroon, zonder dat de rest van de klaver meeverandert.
Wie bij cutwork later in de stof wil snijden, heeft baat bij nauwkeurig inspannen; zeker op kleinere machines werkt een compacte ring zoals een mighty hoop 5.5 soepel rondom kleine motieven zonder veel herpositioneren.
4.2 Snijden: losse cirkel en randafdekking
1) Teken met het Rectangle/Circle/Arc-gereedschap een cirkel. Zet de Outline stitch type op Cutting.
2) Kies in Line Sew bij Use: ‘Cutting only’. De software toont vaak segmenten (1,2,3,4) in eigen kleur, wat de snijvolgorde zichtbaar maakt. Speel de simulatie af en controleer of de segmenten logisch zijn en de cirkel volledig wordt vrijgesneden.
3) Bekijk het resultaat: een losse, witte stoffen cirkel. Dit is ideaal als je later handmatig een toepassing maakt of als onderdeel van een composiet ontwerp. 4) Voor nette randen die je met satijnsteken wilt afdekken, kies je ‘Cutting for covering edge of fabric’. De snijlijn wordt dan geschikt voorbereid voor een latere satijnrand. Simuleer opnieuw.
5) In de praktijk zal de machine rond de vorm werken en een basis leggen voor latere randbedekking.
Snelcheck
- Staat ‘Cutting’ als steektype aan op de omtrek?
- Zie je bij ‘Cutting only’ of ‘Cutting for covering edge’ de juiste segmentering in de simulatie?
Let op Snijden vereist een machine/mesfunctie die hiermee overweg kan; de video toont de softwarecommando’s en het resultaat, maar noemt geen specifiek machinemodel. Controleer je eigen machinehandleiding voor compatibiliteit met snij-instructies.
Werk je veel op een mid-range toestel, dan kan magnetische borduurring voor brother stellaire handig zijn om stofdelen voor en na het snijden exact op dezelfde positie terug te leggen zonder schroefspanningen.
4.3 Appliqué met hole sewing (hart in cirkel)
1) Teken een cirkel en vul die met een effen rode borduurvulling; dit vormt de basislaag. Positioneer daarna een hartvorm bovenop de circle met Shape Tools.
2) Selecteer beide objecten (rode cirkel + hart). Ga naar Arrange > Hole sewing > Set hole sewing. Zo definieer je het hart als uitsparing in de cirkel.
3) Selecteer nu het gecombineerde object en open Attributes > Applique Wizard. Stel Applique Material in op Cutting, vink ‘Create an applique with hole sewing’ aan, en zet de Satin Stitch-dichtheid op 3,0 lijnen/mm. Bevestig met OK.
4) Inspecteer de simulatie: je zou een nette satijnrand rond de buitenvorm moeten zien, met het hart als open gat, zodat de onderliggende stof zichtbaar blijft.
Pro-tip Begint de satijnrand te zwaar te ogen, verlaag de dichtheid iets; is hij flets, verhoog dan voorbij 3,0 lijnen/mm. Begin altijd met 3,0 als referentiepunt en verander in kleine stappen.
Wie appliqués in serie maakt, zal merken dat een herhaalbare, vlakke opspanning tijdwinst geeft; sommige gebruikers zetten daarom een mighty hoop borduurringen voor brother klaar in combinatie met een vlakke tafel, zodat stoflagen niet verschuiven terwijl je meerdere posities na elkaar verwerkt.
Checklist stappen
- Cutwork: Net Fill 3,0 mm, Direction 0°, steel in cross-hatch.
- Snijden: cirkel met Cutting; Use = Cutting only of Cutting for covering edge; segmenten gecontroleerd in simulatie.
- Appliqué: hole sewing gezet; Applique Wizard op Cutting; Satin Stitch density 3,0 lijnen/mm.
5 Kwaliteitscontrole
5.1 Wat is “goed” bij cutwork
- Netvulling: mazen zijn regelmatig, zonder onbedoelde overlaps of gaten.
- Randen: waar cutwork de stof opent, is de rand gestabiliseerd (via de wizard-opties) en franjt de stof niet direct uit.
- Steelcontrast: het kruisrooster van de steel is duidelijk verschillend van de bladvulling.
5.2 Wat is “goed” bij snijden
- ‘Cutting only’: de vorm komt schoon los en heeft een gladde rand.
- ‘Cutting for covering edge’: de snijlijn volgt exact de beoogde buitenvorm en laat voldoende ruimte voor latere satijnbedekking zonder dat de rand omkrult.
Snelcheck
- Simulatie komt overeen met het daadwerkelijke resultaat (segmentvolgorde en afsluiting van paden).
- Er is geen onverwachte naaislag waar snijlijnen bedoeld waren.
Een stabiele opspanning minimaliseert randverschuiving; gebruikers die vaak in dik gewatteerde materialen werken schakelen soms naar mighty hoops magnetische borduurringen om gelijkmatige drukkracht te krijgen, wat vooral bij cirkels en randen zichtbaar strakkere resultaten oplevert.
5.3 Wat is “goed” bij appliqué met hole sewing
- De buitenste satijnrand is egaal, zonder “laddering” of white space tussen steken.
- De hartuitsparing is scherp gedefinieerd; de randen van het gat zijn strak en volgen het hart exact.
- De satijndichtheid (3,0 lijnen/mm als start) dekt de rand volledig, zonder tunnelvorming of overmatige bulk.
6 Resultaat & vervolg
Je eindigt met drie heldere voorbeelden: een klaver met opengewerkt net in de bladeren en een contrasterende steel; een stofcirkel die zowel als los onderdeel als met randafdekking kan dienen; en een appliqué rond vorm met een uitgespaard hart, net afgewerkt met satijnsteken. Deze resultaten tonen wat de software kan: cutwork voor luchtig kant-effect, snijden voor precieze vormen, en appliqué voor gelaagde decoratie met nette randen.
Vervolgideeën
- Varieer de Net Fill-spatiëring per blaadje voor subtiel reliëf.
- Gebruik ‘Cutting for covering edge’ als prelude op appliqués met hoge contrastgarens.
- Bouw complexere hole-sewing composities met meerdere uitsparingen (bijv. 2–3 kleine harten binnen één grotere vorm) — zolang je eerst de hoepel- en objectselectie disciplineert.
Werk je aan kleine kledingpanelen of zakjes, dan kan een compacter klemformaat zoals mighty hoop 5.5 of een alternatief magnetisch systeem helpen om de randen niet te pletten terwijl je de satijnrand stikt.
7 Probleemoplossing
7.1 Symptoom: Netvulling rafelt of oogt ongelijk
- Mogelijke oorzaak: Spatiëring te groot/te klein voor de schaalslag van het ontwerp.
- Oplossing: Open Cutwork Wizard opnieuw en corrigeer Spacing rond 3,0 mm. Check ook Direction (0° als basis) en her-simuleer.
7.2 Symptoom: Verkeerde regio aangepast (hele klaver i.p.v. steel)
- Mogelijke oorzaak: Meerdere objecten tegelijk geselecteerd.
- Oplossing: Undo, selecteer expliciet alleen de steel (controleer objectlijst) en pas de Region sew opnieuw aan.
7.3 Symptoom: Cirkel wordt niet volledig losgesneden
- Mogelijke oorzaak: Open pad of segment ontbreekt.
- Oplossing: Controleer in simulatie of segmenten 1–4 aaneensluitend zijn. Corrigeer de omtrek (sluit pad) en zet Outline op ‘Cutting’. Test opnieuw met ‘Cutting only’.
7.4 Symptoom: Randen gaan rafelen vóór satijnbedekking
- Mogelijke oorzaak: Onvoldoende voorbereiding voor randbedekking.
- Oplossing: Gebruik ‘Cutting for covering edge of fabric’ i.p.v. ‘Cutting only’. Zo bereidt de software de rand voor satijnsteken.
7.5 Symptoom: Satijnrand dekt niet volledig (gaten zichtbaar)
- Mogelijke oorzaak: Dichtheid te laag of onregelmatige stofspanning.
- Oplossing: Verhoog Satin Stitch-dichtheid boven 3,0 lijnen/mm in kleine stappen. Controleer je opspanning; met magnetische borduurringen voor machineborduren kun je druk gelijkmatiger verdelen, wat voor consistentere borduursatijn zorgt.
7.6 Symptoom: Hole sewing werkt niet (hart wordt niet uitgespaard)
- Mogelijke oorzaak: Niet beide objecten geselecteerd of verkeerde volgorde.
- Oplossing: Selecteer zowel de gevulde cirkel als het hart; ga naar Arrange > Hole sewing > Set hole sewing. Controleer in de simulatie of de uitsparing zichtbaar is.
Let op De video noemt geen specifieke softwarenaam of machine; pas nieuwe instellingen altijd eerst toe op proeflapjes. Test ook je eigen machine of snijfuncties worden ondersteund.
8 Uit de reacties
Voor deze video zijn geen inhoudelijke vragen of antwoorden beschikbaar in de commentaren. Daarom heeft deze gids de stappen extra expliciet uitgewerkt, met simulatie-checks en verwachte tussenresultaten, zodat je zonder aanvullende bronnen uit de voeten kunt.
Snel inzetbare tip tot slot Wie veel applicatieseries maakt, kan productie stroomlijnen met een herhaalbare opspanning. Een modulair magnetisch systeem of klem helpt je ontwerpen steeds exact op dezelfde plek te positioneren; zo beperk je proefstiksels en houd je eindranden gelijkmatig. Voor series op verschillende machines bestaan er ook varianten zoals magnetische borduurringen voor tajima of systemen voor verschillende merken.
