Table of Contents
Video bekijken: “How to Thread a Needle and Tie Off Embroidery Floss” door Mary Leaf Makes
Borduren begint bij het allereerste detail: je naald inrijgen zonder frustratie, je eerste steken veilig starten en eindigen met een nette, stevige afhechting. Deze gids vertaalt de heldere stappen uit de video naar een stap-voor-stap handleiding voor thuis.
Wat je gaat leren
- Hoe je je naald efficiënt inrijgt, ook met meerdere strengen.
- Een eenvoudige manier om je eerste steek te verankeren.
- Hoe je je draad veilig afhecht met een lus-knoop en inweven.
- Praktische tips bij lastige draden, rafels en glijdende staarten.
Aan de slag: je essentiële borduurkit Je hebt niet veel nodig om te beginnen. In de video werkt de maker met een borduurring met stof, naald en borduurgaren op een schone, vlakke tafel. Een goed verlichte plek helpt je elk detail te zien.

Wat je nodig hebt
- Borduurring met strak opgespannen stof (in de video: een effen stuk katoen).
- Borduurnaald met een oog dat past bij het aantal strengen dat je gebruikt.
- Borduurgaren (in de video: DMC, eerst met zes strengen gedemonstreerd).
- Scherpe schaartjes of snips.
- Optioneel: een naaldinrijger als extra hulpje.
Begrip van borduurgaren Borduurgaren (floss) bestaat meestal uit zes losse strengen. Je kunt die samen gebruiken voor een bold, reliëfrijk effect, of ze splitsen en met 2–3 strengen werken voor fijner borduurwerk. Met minder strengen is inrijgen vaak eenvoudiger. Als je later machinaal wilt experimenteren, dan kom je termen tegen als magnetisch borduurring of mighty hoop; voor handborduurwerk heb je die niet nodig, maar het zijn handige referenties als je ooit overstapt.
De naald inrijgen: zo lukt het in één keer De basistechniek Inrijgen kan even priegelen, vooral met zes strengen. De maker toont een simpele routine: 1) Knip een fris uiteinde van je draad en maak het plat. 2) Bevochtig heel licht (met een likje of een beetje water) en knijp de punt tussen je vingers. 3) Richt de platgedrukte punt op het oog van je naald en duw geduldig door. Lukt het niet, knip opnieuw een strak uiteinde.

Snel check
- Zit de draad door het oog? Trek voorzichtig wat lengte door zodat je een werkdraad en een kortere staart hebt.
- Leg een knoop aan het werkende uiteinde (onderaan).

Let op De knoop komt aan het uiteinde van de draad, niet bij het oog van de naald. Je laat dus een staart bij de naald—dat is normaal en hoort zo bij handborduren.

Tips voor lastige draden
- Rafelt je draad? Knip een nieuw scherp puntje en bevochtig licht. Een klein beetje water werkt hygiënischer dan likken als je dat fijner vindt.
- Minder strengen is makkelijker: begin met 2–3 strengen om de beweging in de vingers te krijgen.
- In uiterste noodgevallen kan een inrijger helpen; de maker gebruikt hem zelf zelden.

Pro tip Sommige borduurders zweren bij een klein stukje tape om de punt samen te klemmen en schuin af te knippen voordat je in het oog prikt. Experimenteer wat voor jou werkt. Als je ooit richting machineborduren gaat, zal je naast ringen soms ook magnetic frame tegenkomen—interessant om te weten, maar niet nodig voor deze handtechniek.
Knoopje leggen aan het werkende uiteinde Na het inrijgen leg je onderaan één knoopje. Is je draad dun (2–3 strengen) en glipt de knoop door de stof, dan kun je twee knoopjes maken. Houd de uiteinden netjes door eventueel een te lang flapje kort af te knippen.

Snel check
- De naald heeft een duidelijke werkdraad en een kortere staart bij het oog.
- Onderaan zit een knoop die niet te groot is, maar wel stopt tegen de achterkant van de stof.
Je eerste steek verankeren De knoopmethode (voorkeur in de video) De maker laat zien hoe je eenvoudig start: prik van de achterkant naar de voorkant, trek door tot de knoop tegen de achterkant ‘vangt’, en begin te steken. Met dunnere draad kun je twee knoopjes leggen voor extra zekerheid.

Let op Niet te hard trekken: je wilt geen plooien in de stof. De knoop moet vangen, niet doorscheuren.

Alternatieve startmethoden (anchor) Er bestaan ook andere starttechnieken, zoals een ‘anchor’ waarbij je vanaf de voorkant verankert. De video noemt dit als optie, maar demonstreert het niet. Ben je nieuwsgierig, zoek dan eens op ‘anchor start embroidery’ en vergelijk. Wat je ook kiest: kies de methode die jouw stof en draad het minst vervormt. Wie zich later in machineborduren verdiept, zal termen als brother borduurringen en bernina magnetisch borduurring vaak zien terugkomen—relevant voor machines, niet voor deze handstart.
Doorstikken: een korte backstitch-demo Backstitch is een basissteek die in veel patronen terugkomt. De maker zet een kort rijtje neer om het starten te laten zien. Focus op gelijkmatige steeklengtes en consistentie; houd de draad ontspannen maar zonder lussen.

Snel check
- De stof blijft vlak, zonder rimpels.
- De steken vormen een nette, aansluitende lijn.
- De staart bij het oog blijft zitten; houd de naald dicht bij het oog vast zodat je de staart als het ware ‘meegrijpt’.

Uit de reacties
- “Glijdt mijn staart niet uit de naald?” Oplossing: laat voldoende staart, houd de naald bij het oog vast en trek niet abrupt.
- “Moet ik boven ook een knoop leggen?” Nee, alleen onderaan. Boven blijft de staart los.
- “Welke methode is ‘correct’?” Er zijn meerdere goede manieren; kies wat voor jou het soepelst werkt.
Mooi afhechten: stevig en netjes De lus-knoop, twee keer Aan het einde keer je het werk om naar de achterkant. Zoek een bestaande steek, schuif je naald eronderdoor zodat er een lus ontstaat, steek door de lus en trek strak aan. Herhaal dit nogmaals voor extra zekerheid.



Weven voor extra zekerheid Weef daarna je naald nog een paar keer onder naburige steken door. Dit vergrendelt het uiteinde zodat het niet zomaar loskomt tijdens dragen of wassen.

Trimmen Knip het overgebleven uiteinde kort af met scherpe snips. Niet zó kort dat de knoop kan losschieten, maar kort genoeg voor een nette achterkant.


Resultaat Voor zie je een strakke lijn backstitches; achter zie je een nette startknoop en een schoon afhechteinde. Dit is de basis waarop je elk borduurproject netjes kunt opbouwen.

Pro tip Afhechten werkt ook het best als je iets meer steken hebt om onder door te weven; met slechts een paar steken kan het iets friemelig zijn.

Veelvoorkomende problemen oplossen Rafelige uiteinden die niet door het oog willen
- Knip een nieuw, scherp uiteinde en bevochtig licht.
- Werk met minder strengen (2–3) tot je de beweging onder de knie hebt.
- Gebruik zo nodig een inrijger.
Losse knopen die door de stof schieten
- Maak de knoop iets groter of leg twee knoopjes als je met dunne draad werkt.
- Veranker rustiger: niet rukken, maar geleidelijk aantrekken.
Staart die uit het oog glijdt
- Laat een langere staart en houd de naald bij het oog vast.
- Trek gelijkmatig; vermijd haperende, harde rukken.
Te dikke draad voor je stof
- Minder strengen helpt. In de video wordt begonnen met zes strengen om het te laten zien, maar 2–3 strengen werken comfortabeler voor veel stoffen.
Snel check
- Kun je soepel doorsteken zonder rimpels? Ja: dan zit je goed.
- Blijft de staart zitten tijdens het steken? Top. Anders: iets langere staart en handpositie aanpassen.
Let op Heb je een machinaal borduurplan voor later? Dan kom je ook producttermen tegen als janome borduurmachine of accessoires als snap hoop monster. Voor handborduren heb je die niet nodig, maar ze kunnen relevant worden als je ooit overstapt naar een machinepark of workshops volgt.
Veelgestelde beginner-vragen (gebaseerd op de reacties)
- “Moet ik ook een knoop bovenaan bij de naald maken?” Nee. Boven blijft de staart los; je verankert onderaan en hecht aan het einde af.
- “Waarom laat iedereen een staart zien in video’s?” De staart maakt het werken flexibel en voorkomt dat je bij elke steek tegen een dubbele knoop vecht.
- “Wat als mijn knoop door de stof trekt?” Leg twee knoopjes bij dunne draad of gebruik een dikkere stof; trek rustig aan.
- “Wanneer hecht ik af?” Als je draad kort wordt of je onderdeel klaar is: twee keer lus-knoop op de achterkant, dan inweven en trimmen.
Zelfverzekerd verder met je borduurprojecten Je hebt nu drie fundamenten in handen: soepel inrijgen, vlot starten en veilig afhechten. Oefen deze drie routines op restjes stof totdat je bewegingen automatisch gaan. Bouw vervolgens uit met basissteken zoals backstitch, running stitch en satin stitch.
Pro tip Werk in korte sessies en wissel van techniek: vijf minuten inrijgen op verschillende naalden en draadsterktes, vijf minuten starten en vijf minuten afhechten. Spiergeheugen is je beste vriend.
Uit de reacties: wat beginners het meest hielp
- Eindelijk zien waar de staart blijft en waarom er géén knoop bij de naald komt.
- De twee keer lus-knoop om af te hechten, gevolgd door inweven.
- Minder strengen gebruiken voor meer controle.
Klaar voor de volgende stap Verken patronen en oefen op eenvoudige motieven. Onthoud: er zijn meerdere ‘goede’ manieren. Vind de manier die prettig voelt en een nette achterkant oplevert. Als je ooit nieuwsgierig wordt naar machineborduren, dan kom je veel hardwaretermen tegen zoals mighty hoops. Die horen in een andere wereld thuis dan dit handwerk, maar het is leuk om te weten wat er bestaat.
Tot slot Zoals de maker zegt: er zijn verschillende wegen naar een mooie steek. Deze aanpak is snel, netjes en beginnersvriendelijk—precies wat je nodig hebt om met vertrouwen te starten.
