Table of Contents
1 Overzicht (wat en wanneer)
Het doel: een vlotte machine die zonder haperen mooie, gebalanceerde steken produceert. Deze onderhoudsbeurt is ideaal wanneer je merkt dat:
- je steken rafelen, lusjes vormen of regelmatig breken;
- je al een tijdje geen naalden hebt vervangen;
- de machine bij het starten/stoppen ‘zwaar’ klinkt of onregelmatig loopt;
- naaldspecifieke problemen opduiken (één naald blijft problemen geven).
Zo pak je het aan: vervang alle naalden door 65/9 (zoals in de video), olie gericht in de spoelhuiszone, plaats een nieuwe bobbin en voer een spanningsproef uit met 10 kleuren zodat elke naald zijn eigen testblokje krijgt. Daarna stel je per naald bij, en herhaal je de test in ronden tot het beeld klopt.

Let op de beperkingen: het exacte ontwerp voor de spanningsproef en het aantal ‘klikjes’ op de spanningsknoppen zijn in de bron niet gespecificeerd. Waar nodig benoemen we dat expliciet, zodat je geen stappen hoeft te raden. In veel ateliers werkt een compact testblok met rechte segmenten en bochten prima; je kunt dezelfde logica toepassen.
Soms wil je voor het inspannen een hulpmiddel. Met een magnetisch borduurraam kun je de teststof snel wisselen, zonder schroeven of scharnieren die de stof onnodig verschuiven.
1.1 Snelcheck
- Zie je aan de achterkant 1/3 bovendraad – 1/3 spoeldraad – 1/3 bovendraad? Dan zit je in de buurt.
- Is de spoeldraad op de achterkant bijna onzichtbaar? Bovenspanning te strak.
- Is de spoeldraad heel breed zichtbaar? Bovenspanning te los.
2 Voorbereiding
Maak je werkplek vrij, leg alles klaar en kies je testmateriaal. In de video worden deze hulpmiddelen en materialen getoond of genoemd:
- Nieuwe naalden 65/9 (Groz-Beckert)
- Machineolie voor borduurmachines
- Nieuwe bobbin met spoeldraad
- Borduurgaren (meerdere kleuren, één per naald)
- Pen of marker voor notities en pijlen op het testvlak
- Werkstuk in ring met versteviger (in de video is versteviging zichtbaar onder het testvlak)
Over naaldkeuze: in de video gebruikt de maker consequent 65/9 voor ‘bijna alles’. In de reacties varieert de voorkeur; sommigen gebruiken 75/11 voor 40 wt garen en 65/9 voor 60 wt of kleine letters. De video verandert dat uitgangspunt niet, hij laat wel zien dat uniform 65/9 werkt voor de demonstratie.

Werk je vaak met herhaaltests, dan is een snel inspanhulpmiddel handig. Wie bijvoorbeeld met hoopmaster inspanstation werkt, kan consequent dezelfde positie en spanning op de stof krijgen voor reproduceerbare testresultaten.
2.1 Materiaal en testdrager
- Stof: Kies een reststuk dat lijkt op je echte project (rek, gewicht, dichtheid).
- Versteviger: In de reacties wordt geadviseerd om stof + versteviger te gebruiken voor realistische metingen. Dat is logisch: dan boots je de praktijk na.
- Kleurcodering: Gebruik 10 verschillende kleuren, gekoppeld aan naald 1 t/m 10. Noteer het op de drager zelf.

Als je veel test, is een compacte ring prettig. Voor kleine teststukken werkt een compacte magnetische ring, zoals een mighty hoop 5.5, efficiënt bij herhaalde spanningsrondes.
2.2 Checklist voorbereiding
- 10 nieuwe 65/9 naalden liggen klaar
- Stof + versteviger ingespannen
- 10 garenkleuren per naald ingesteld
- Nieuwe bobbin gevuld/geplaatst (nogmaals checken in Setup)
- Olie binnen handbereik en poetsdoekje klaar
- Pen/marker voor annotaties
3 Setup
3.1 Olie en bobbinzone voorbereiden
Verwijder het spoelhuis, plaats een nieuwe bobbin en breng een druppel olie aan in de spoelhuiszone. De video toont het oliën van het gebied rond het spoelhuis; er wordt niet geadviseerd olie via het naaldgat naar beneden te laten lopen. Veeg eventuele overschotolie weg voordat je gaat stikken.

Plaats de bobbin correct (draairichting en invoerpad), zodat de draad soepel afrolt. Controleer of de bobbin netjes ‘valt’ en niet schokt bij korte rukjes.

Sommige gebruikers beginnen met het instellen van een constante: de bobbinspanning. In de reacties wordt een TOWA-meter genoemd; de video laat zelf geen meter zien, maar het principe is: eerst de onderdraad op een betrouwbare waarde zetten, dan pas bovenspanningen bijregelen.

Wie vaak wisselt tussen teststukjes, werkt sneller met magnetische borduurringen. Ze klemmen zonder schroef en houden meerdere lagen stabiel bij seriële tests.
3.2 Naalden vervangen en correct inrijgen
Vervang elke naald (1 t/m 10) door een nieuwe 65/9. Let op de platte kant/orientatie en de volledige inschuifdiepte voordat je vastzet. Rijd daarna elke naald opnieuw in volgens het volledige draadpad van jouw machine. De maker benadrukt dat bij de probleemnaald later opnieuw is gecontroleerd of de draad correct lag en de naald goed georiënteerd was.

Werk methodisch: vervang/inrijg per naald en maak een korte notitie (kleur – naaldnummer – datum). Het vermindert vergissingen, zeker bij 10 sporen naast elkaar.

3.3 Voorafkijk: spanningsknoppen
Je zult de top-spanningsknoppen later bijstellen. Parkeer vooraf in een gemiddelde stand als je geen referentie hebt. Fotografeer desnoods de beginstand, zodat je altijd terug kunt.

Met veel herhaaltests is ergonomie belangrijk. Een stabiele, herhaalbare klemoplossing – zoals ricoma borduurringen in de maat die past bij je testblok – voorkomt scheef trekken van de lagen bij elke ronde.
3.4 Setup-checklist
- Bobbin correct geplaatst, gebied geolied
- Alle 10 naalden vervangen en goed vastgezet
- Draadpaden na het inrijgen gecontroleerd
- Beginstand spanningsknoppen vastgelegd
- Testdrager stabiel ingespannen
4 Stappen in de praktijk
4.1 Eerste spanningsproef starten
Start een testontwerp dat per naald een apart kleurblokje stikt. In de video wordt die aanpak gevolgd: 10 kleuren, één per naald. Laat de machine alle blokjes stikken en observeer tijdens het lopen: merk je onregelmatigheden, stop en noteer.

Kijk na afloop naar voor- en achterkant. De maker benoemt de 1/3-regel: aan de achterkant wil je zien: 1/3 bovendraad – 1/3 spoeldraad – 1/3 bovendraad. Als je de spoeldraad nauwelijks ziet, is de bovenspanning te strak; als de spoeldraad heel breed zichtbaar is, is de bovenspanning te los.

Voor seriewerk zijn magnetische frames efficiënt. Een compacte set mighty hoops voor ricoma kan de doorloop versnellen als je meerdere ronden na elkaar draait.
4.2 Spanningsproef draaien en tussentijds bijregelen
Na ronde 1 bleek in de video dat meerdere naalden bijstelling nodig hadden. Draai de spanningsknoppen voor alleen de probleemnaalden, in kleine stappen. Start daarna ronde 2. Observeer opnieuw en vergelijk de resultaten van ronde 1 en 2 naast elkaar.

De maker merkte onverwachte veranderingen op: sommige naalden die ‘goed’ waren, werden ineens losser, zonder dat eraan was gedraaid. Dat hoort bij real-world finetuning; daarom test je in ronden en leg je alles vast.

Als je veel herhaalt, wil je minimale verstoring bij het wisselen van testlapjes. Een precieze, herhaalbare inspanoplossing – zoals magnetische borduurringen voor borduurmachines – helpt om ‘variatie door inspannen’ te minimaliseren.
4.3 Ronde 3 en 4: convergeren naar een stabiel resultaat
Blijf herhalen: ronde 3, eventueel ronde 4. In de bron was de vierde ronde ‘de goede’ voor bijna alle naalden, behalve naald 1. Leg alle ronden naast elkaar: zo zie je de trend en weet je welke bijstellingen effect hadden.

Sommige projecten vragen om langere teststroken of andere steektypes. Wil je snel blijven wisselen, dan werkt een magnetische borduurring met klein borduurveld handig om veel korte runs te doen.
4.4 Pro-tip
- Werk met constante onderdraad: stel eerst de bobbinspanning in (indien mogelijk met meter), daarna pas bovenspanning per naald. Dit advies kwam meermaals terug in de reacties en versnelt het finetunen.
- Leg je bijstellingen vast: bv. 1/8 slag linksom of rechtsom, per naald.
4.5 Snelcheck tijdens het stikken
- Onregelmatig ‘stoppen’ om de paar steken: check de probleemnaald op draadpad en bramen.
- Lusjes bovenop: bovenspanning te los of problemen in het draadpad.
- ‘Birdnesting’ onderop: vaak topdraadprobleem, maar check ook bobbinplaatsing en eventuele haakjes.
5 Kwaliteitscontrole
Kwaliteit beoordeel je op twee vlakken: het zicht en het gevoel.
- Achterkant: die 1/3-balans is de snelste indicator. Zet twee ronden naast elkaar: zie je verbetering (smaller of breder spoor van de spoeldraad) richting 1/3?
- Voorkant: uniforme dekking, geen lussen of gaten, geen trekkers bij kleurwissels.
- Geluid: een rustige loop zonder ‘hakken’ of tikken wijst op een vrij draaiende transport en juiste draadremming.
- Consistentie over naalden: resultaten mogen per naald iets verschillen, maar niet dramatisch. Na ronde 4 in de bron zaten 2–10 grotendeels goed, behalve naald 1.

Werk je op kleine dragers of manchetten, overweeg een mouw-borduurring zodat je teststrook en proefstuk overeenkomen met je echte werkstuk.
6 Resultaat & vervolg
In de bron: na vier ronden waren alle naalden behalve #1 op niveau. Bij #1 bleef ‘birdnesting’ terugkomen, ondanks opnieuw inrijgen en controle van de naaldoriëntatie. De maker besloot het hierbij te laten voor die sessie en later verder te zoeken. Dat is een realistische, professionele keuze: stop op tijd, documenteer en keer terug met een plan.
Bewaar je testvellen per datum. Schrijf op elk blokje: naaldnummer, garen, bijstelling, ronde. Zo bouw je een bibliotheek op van ‘wat werkt’ op jouw EM-1010. Bij terugkerende problemen kun je gericht terugkijken.
Voor snelle re-tests tussen opdrachten zijn compacte frames handig; met magnetische borduurramen voor borduurmachine wissel je vlot en kun je één vaste testsetting paraat houden.
7 Probleemoplossing
Hier bundelen we symptomen uit de video en waardevolle hints uit de reacties. Ga van eenvoudig naar complex.
7.1 Symptom → Mogelijke oorzaak → Actie
- Birdnesting onderop (specifiek bij één naald)
- Mogelijk: bovenspanning te los of verkeerd draadpad; bobbin verkeerd geplaatst; lokale schade aan draadgeleider.
- Actie: volledig opnieuw inrijgen; bobbin controleren/verwisselen; kijk visueel naar haakjes of bramen; kleine stapjes extra bovenspanning.
- Steek stopt elke paar steken (alleen op één naald)
- Mogelijk: naaldpunt beschadigd, draad blijft haken; timing-issue specifiek voelbaar bij die naald.
- Actie: naald opnieuw vervangen; draadpad nalopen; als het blijft, plan technische controle (reacties noemen ‘hook timing’ als mogelijke oorzaak bij hardnekkige problemen op één naald).
- Spoeldraad vrijwel onzichtbaar op achterkant
- Mogelijk: bovenspanning te strak.
- Actie: bovenspanning iets lossen (kleine stappen), opnieuw testen.
- Spoeldraad te breed zichtbaar op achterkant
- Mogelijk: bovenspanning te los.
- Actie: bovenspanning iets strakker zetten, opnieuw testen.
- Inconsistente resultaten tussen ronden, ook bij naalden die je niet aanraakte
- Mogelijk: variatie in inspannen, garenpad of stofverplaatsing.
- Actie: inspannen consistent houden; test op hetzelfde materiaal; noteer elke wijziging.
- Olie-angst (‘krijgt mijn garen/werkstuk olie?’)
- In de video wordt geolied in de spoelhuiszone. Houd het gericht en verwijder teveel olie. Olie niet via het naaldgat naar beneden.
7.2 Beslisboom bij hardnekkig probleem op één naald
- Als birdnesting en stops blijven, ondanks juist inrijgen en nieuwe naald → check bobbin en bobbinspanning door te wisselen met een ‘goede’ bobbin.
- Als het probleem mee verhuist met het garen → garen of netje/geleiders nakijken.
- Als het probleem bij die naald blijft, met elk garen → visueel inspecteren op bramen/haakjes in dat spoor.
- Als visueel niets oplevert en het blijft alleen die naald → mogelijk timing of diepsere mechanische afstelling; plan service.
Een compacte testopstelling helpt om variabelen te isoleren. Wie vaak kalibreert, kan baat hebben bij dime borduurring of een andere stabiele klem – het doel is reproduceerbaar in- en uitnemen zonder extra rek of verschuiving.
7.3 Uit de reacties
- ‘Eerst een constante’: begin met bobbinspanning (eventueel met meter), pas daarna bovenspanning per naald.
- TOWA-meter hielp sommigen ontdekken dat hun bovenspanningen extreem strak stonden.
- Voor nauwkeurige spanningsproeven: gebruik stof + versteviger zoals in je echte project.
- Bij één probleemplaats kan ‘hook timing’ verdacht zijn; als niets anders helpt, laat dit checken.
7.4 Let op
- Draai spanningsknoppen in kleine stappen. Noteer de richting en de grootte.
- Test consequent per naald, niet alles tegelijk – anders weet je niet wat effect had.
- Olie spaarzaam en op de juiste plek; veeg overtollige olie weg voor je stikt.
7.5 Checklist probleemoplossing
- Draadpad 100% juist? (inclusief spanningsschijven en veertjes)
- Naald nieuw en correct georiënteerd?
- Bobbin correct geplaatst en soepel?
- Achterkant 1/3-regel in zicht?
- Testmateriaal identiek aan je echte project?
Tot slot: documenteer. Foto’s van elke ronde (voor- en achterkant) met notities versnellen elke volgende kalibratie.
